Image Alt

Kattengedragstherapie

Als je kat ziek is, ga je naar een dierenarts. Als je kat niet lekker in zijn vel zit of zichzelf niet is, dan ga je naar een kattengedragstherapeut

Kattengedragstherapie is een behandelmethode voor kattengedragsproblemen of ongewenst gedrag en bestaat uit gedragsmodificatie technieken en multimodale omgevingsverrijking. Eventueel kan er ook ondersteuning nodig zijn met gedragsmedicatie, feromonen of werkzame natuurlijke middelen.

Een kat heeft een gedragsprobleem als hij ongewenst gedrag vertoont dat voor zichzelf of zijn omgeving storend of zelfs schadelijk is.

> Gedragstherapie is doeltreffend als je kat:

  • in huis plast of poept
  • angstig is
  • vaak onrustig is
  • agressief gedrag vertoont
  • depressief lijkt
  •  ruzie heeft met een andere kat
  • verlatingsangst heeft
  • voerobsessie klachten heeft
  • dwangmatig gedrag laat zien (b.v. kaal likken)
  • een ziekte heeft waarbij stress een rol speelt zoals blaasontsteking of epilepsie

Hoe eerder je kat hulp krijgt, hoe beter 

Katteneigenaren twijfelen vaak een hele tijd voordat ze hulp zoeken als hun kat niet lekker in zijn vel zit. Ze willen dan eerst kijken of ze het zelf kunnen oplossen. Bijvoorbeeld met Bach Bloesem, Feliway spray, een telepathisch consult van een dierentolk of kattenfluisteraar of een energetische healing voor katten.

Naar een kattengedragstherapeut gaan bij gedragsproblemen is ook gewoonweg nog niet zo ingeburgerd als naar de dierenarts gaan bij medische problemen.

En dus wordt vaak eerst alles uit de kast getrokken in de hoop dat iets werkt. Als alles is geprobeerd en niets heeft gewerkt, dan wordt pas (mijn) hulp ingeschakeld.

Veel mensen gaan bij gedragsafwijkingen naar de dierenarts. Hoewel goed bedoeld, hebben veel dierenartsen niet de specifieke kennis over gedragsafwijkingen die therapeuten wel hebben. Dierenartsen zijn gespecialiseerd in het genezen van ziektes en daar zit een wezenlijk verschil in.

> Goed om te weten: een gedragsprobleem is makkelijker te behandelen als de kat er nog niet zolang mee rondloopt. Vaak is er minder hulp nodig en is je kat sneller weer van het probleem af. Een kat heeft meestal zelf ook veel last van wat er in zijn koppie en lijfje afspeelt. Daarom is het fijn als de kat tijdig hulp krijgt.

Kattengedragstherapie zorgt ervoor dat je kat weer lekker in zijn vel komt te zitten en zich op een normale, wenselijke manier gedraagt. Zo kun je weer een fijne band met je kat hebben. 

Een gedragsprobleem is niet jouw schuld!

Voor anderen is de drempel om contact op te nemen te hoog, omdat ze het idee hebben dat een gedragsprobleem betekent dat je als baasje tekortschiet of niet goed zorgt voor je kat. Dat is eigenlijk nooit het geval.

Je kan een kat de volledige aandacht geven en alle liefde die hij nodig heeft, dan nóg kan het leven voor verrassingen zorgen waardoor je kat volledig uit balans raakt.

Net als dat ziekte nooit helemaal te voorkomen is, zijn gedragsproblemen dat ook niet.

Wanneer je contact opneemt gaan we ervan uit dat je het allerbeste voor hebt met je kat. We benaderen het probleem met pure aandacht en vanuit het oogpunt van de kat maar zonder oordeel.

Je hebt niks aan kritiek en als je iets niet weet, kan je er ook niet naar handelen.  Je hebt er veel meer aan als je begrijpt waarom je kat iets doet en hoe je dat kunt oplossen. We staan voor expertise en betrokken oplossingen. 

Wat wel een feit is, is dat je kat 100% van jou afhankelijk is voor het krijgen van hulp. Wanneer een gedragsprobleem niet wordt opgelost en blijft doorsudderen kan het uiteindelijk escaleren.

Neem daarom contact op wanneer je je zorgen maakt of het gevoel hebt dat je kat niet helemaal zichzelf is.

Kattengedragstherapie gaat over kattengedrag en het kattenbrein

Omdat er eigenlijk geen informatie te vinden is op internet over wat kattengedragstherapie nu is, hoe het werkt en hoe het je kat kan helpen, vind je op deze pagina uitgebreide uitleg.

Wel met de kanttekening dat niet elke kattengedragstherapeut op deze manier werkt. Het geeft vooral inzicht in onze werkwijze, die berust op wetenschappelijk onderbouwde methodes. 

Als je het hebt over kattengedragstherapie, dan heb je het eigenlijk over twee dingen:

  1. Kattengedrag 
  2. Het kattenbrein

Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een kat doet altijd iets met een goede reden. Zijn gedrag komt ergens vandaan. Om te snappen waarom de kat doet wat hij doet, en hoe kattengedragstherapie werkt moet je daar iets over weten.

De hersenen krijgen dus stukjes informatie binnen (vanuit de omgeving) via de zintuigen en verwerken deze informatie. Vervolgens bepalen de hersenen wat het lijf moet doen met deze informatie.

De hersencellen moeten onderling en met het lijf ‘praten’ om iets voor elkaar te krijgen. Ze staan daarom met elkaar in verbinding. 

De hersenen geven het lijf een opdracht en die reactie van het lijf is voor ons zichtbaar als gedrag. De hersenen gebruiken voor het doorgeven van die boodschappen aan het lijf een soort van bekabeling; de hersenverbindingen. 

De boodschap wordt doorgegeven via hersenverbindingen waarmee de hersenen en het lijf samen kunnen ‘praten’. Iedere keer dat zo’n hersenverbinding wordt gebruikt, wordt deze dikker, sneller en gaat beter werken.

De groei en ontwikkeling van het kattenbrein begint al wanneer het kitten nog in de buik zit. Als een kitten geboren wordt zijn alle verbindingen klaar om geactiveerd te worden.

Of dit wel of niet gebeurt, hangt voor een groot deel af van de omgeving waar het kitten in opgroeit. Hersenverbindingen die worden gevuld met ervaringen, blijven bestaan en worden sterker. Hersenverbindingen die niet of weinig worden gebruikt, verzwakken of verdwijnen. 

Als je als fokker zorgt voor een omgeving waarin een kitten kan spelen en leren, bouw je dus direct mee aan het kittenbrein. Bepaalde hersenverbindingen worden op die manier steeds sneller en sterker.

De (vroege) ervaringen die een kat heeft (gehad) bepalen dus welke hersenverbindingen je kat heeft. En het geheel aan hersenverbindingen bepaalt hoe een kat reageert en zich gedraagt. 

Elke kat is uniek en gedraagt zich net even anders, doordat ze allemaal over andere hersenverbindingen beschikken!

De hersenen van de kat zijn enigszins vormbaar en kneedbaar. We noemen dat met een mooi woord “neuroplasticiteit”.

Dat betekent dat de hersenen zich – gedurende het hele leven van de kat – kunnen aanpassen aan nieuwe situaties. Het brein is plastisch, oftewel beïnvloedbaar.

Het kattenbrein kan nieuwe hersenverbindingen maken of bestaande verbindingen juist versterken of afzwakken op basis van de ervaringen die hij in zijn omgeving heeft. 

Dit kunnen zowel gewenste als negatieve aanpassingen zijn

Positieve ervaringen kunnen zorgen voor aanpassingen in de hersenen en zorgen voor goede gewoontes. Gedrag verandert op het moment dat het nieuwe (gewenste) gedrag meer voordeel oplevert dan het oude (ongewenste). Als het nieuwe gedrag meer voordeel oplevert dan het oude, dan is de kans dat het herhaald wordt ook groot. En hoe vaker het gedrag wordt herhaald, hoe sterker de hersenverbindingen worden. En hoe groter de kans is, dat het gedrag in stand blijft. 

De kat moet wel de kans krijgen om het voordeel in te zien door dit zelf te ervaren. Het gedrag levert mij iets op en dus blijf ik dat doen. Blijvende gedragsverandering komt dus vooral neer op het ‘verleiden’ tot ander, gewenst gedrag. En dat op een positieve manier. 

Negatieve ervaringen zorgen ook voor veranderingen in de hersenen en die kunnen zorgen voor slechte gewoontes of ongewenst gedrag.

Op het moment dat een situatie, een gebeurtenis of een levensstijl stressvol is voor de kat, heeft dit een negatief effect op de hersenen.

De hersenen krijgen bij stress een seintje dat er iets niet goed gaat. En dat wat de kat altijd gedaan heeft, blijkbaar niet zorgt voor een situatie waarin de kat zich prettig kan voelen. De hersenen zullen beslissen dat er iets moet veranderen om van die nare gevoelens af te komen die samengaan met stress.

De kat zal hierdoor zijn gedrag wel aanpassen, maar meestal niet op een manier die fijn is voor jou als baasje. Want dit is vaak het gedrag wat we omschrijven als “probleemgedrag”.

Plots in huis gaan plassen kan een bijvoorbeeld zijn van zo’n aanpassing als reactie op stress. Hoe vaker de kat in huis plast, hoe sterker de hersenverbinding wordt die bij dit gedrag hoort en hoe meer dit een gewoonte wordt. Goed dus om snel actie te ondernemen als je kat dit doet!

Om ervoor te zorgen dat je kat een positieve nieuwe gewoonte leert, of om ervoor te zorgen dat de kat zijn oude gewoonte weer oppakt (b.v. op de kattenbak plassen) is een positieve aanpak nodig. Een aanpak waarbij het juiste, gewenste gedrag wordt versterkt.

Het maakt dus heel veel uit op welke manier de hersenen van je kat worden beïnvloedt. En welke ervaringen je hem geeft. Want op deze manier kunnen zowel goede als slechte gewoontes ontstaan en kan zowel wenselijk als ongewenst gedrag worden gevormd.

Kattengedragstherapie maakt gebruik van het feit dat de hersenen van de kat enigszins vormbaar en kneedbaar blijven.

Door de kat positieve ervaringen te geven of te stimuleren om iets op een andere manier te doen, kunnen we nieuwe hersenverbindingen maken. Of bestaande hersenverbindingen versterken of juist afzwakken. 

Helaas is het zo dat niet alle hersenverbindingen kunnen worden veranderd.

Sommige hersenverbindingen worden gevormd (en enkel dan) op een bepaalde leeftijd wanneer ze gevoed worden met bepaalde ervaringen. Als dat niet gebeurt binnen dat korte tijdsbestek, dan zullen deze verbindingen later ook niet meer worden gevormd.

Dat is ook de reden dat kattengedragstherapie niet kan worden ingezet bij problemen die te maken hebben met een gebrek aan ervaringen die nodig waren om bepaalde hersenverbindingen aan te leggen op een jonge leeftijd, zoals bij een socialisatie deficiëntie.

Katten moeten tussen week 2-8 dagelijks, herhaaldelijke positieve ervaringen hebben gehad met mensen, hun nestgenootjes of andere dieren om ze als normaal onderdeel van hun omgeving. Missen ze die ervaringen, dan spreken we van een gebrek aan socialisatie of een socialisatie deficiëntie. 

In alle andere gevallen kunnen we het gedrag wel behandelen met kattengedragstherapie. Welke hersenverbindingen worden gemaakt, versterkt of verzwakt is afhankelijk van de ervaring waarmee ze worden gevuld. Sommige beïnvloeden de hersenen positief, andere negatief. 

Hoe werkt kattengedragstherapie?

Kattengedragstherapie is een behandeling die berust op een diagnose.

De behandeling werkt alleen goed wanneer het zich richt op alle factoren die het gedragsprobleem veroorzaken en in stand houden. Deze factoren zijn voor elke kat weer anders. Daarom is het ook zo belangrijk dat de behandeling uitgaat van een juiste diagnose.

Deze diagnose wordt gesteld door vragen te stellen en naar je te luisteren, door een vragenlijst af te nemen en het gedrag van je kat te observeren via een gedragsobservatie aan huis.

Het is belangrijk om goed te kijken wat er mis is om te zien waar we zaken in een gewenste richting kunnen bijsturen. Een juiste diagnose geeft duidelijkheid. Bijvoorbeeld over de juiste behandeling voor je kat, de hulpmiddelen die kunnen ondersteunen, of de medicijnen die kunnen helpen.

Zonder goede diagnose is het ook niet mogelijk om het probleem eens en voor altijd op te lossen. Want zonder diagnose weet je niet welk probleem je aan het behandelen bent.

Lekker in je Vacht krijgt regelmatig doorverwijzingen van katten waarbij kattengedragstherapie eerder niet werkte.

Heel vaak heeft dit te maken met het ontbreken van een diagnose, of het stellen van een onjuiste diagnose. De diagnose is dan vaag en roept meer vragen op dan het beantwoordt.

Ook zijn er diagnoses die nogal eens onterecht worden toebedeeld. “Spelagressie” en “onderstimulatie” zijn hiervan bekende voorbeelden. De ‘behandeling’ bestaat dan vervolgens uit meer spelen en het huis katvriendelijker inrichten.

En nu is dat voor elke kat aan te raden. Maar wanneer deze diagnoses de plank misslaan – en dit niet de kern van het probleem is – zal de behandeling falen. Daarom is het belangrijk om samen te werken met een ervaren en goed opgeleide kattengedragstherapeut.

Een gedragsbehandeling begint met preventie van dingen die het probleem uitlokken

Een gedragsbehandeling begint altijd met preventie en het vermijden van probleemgedrag uitlokkers, terwijl jij als eigenaar effectieve manieren ontwikkelt om het probleemgedrag bij te sturen.

In eerste instantie is preventie nodig om te voorkomen dat het welzijn van de kat achteruit gaat.

Maar herhaling van het gedrag verergert ook het probleem (versterkt de hersenverbindingen) als de kat het doel bereikt wat hij voor ogen had.

Ook om die reden is het belangrijk dat de kat zo min mogelijk in aanraking komt met de dingen die het probleemgedrag uitlokken. Die uitlokkers worden vastgesteld tijdens de gedragsobservatie.

Kattengedragstherapie op maat

Omdat elke kat anders opgroeit, andere ervaringen heeft en in een andere omgeving woont, is elke kat anders.

Een goede gedragsbehandeling is daarom ook elke keer weer net even anders.

Een behandeling bij ons bestaat uit een combinatie van ‘algemeen werkzame factoren’ die nodig zijn en werken bij alle soorten gedragsproblemen en specifiek werkende factoren.

Algemeen werkende factoren zijn onder andere:
  • De behandeling sluit goed aan bij de diagnose
  • De intensiteit van de behandeling past bij de ernst van het probleem
  • Een goede afstemming van de behandeling op het ontwikkelingsstadium van de kat (kitten of volwassen kat) 
  • De behandeling past binnen de mogelijkheden van de leefomgeving en die van de baasjes
  • De resultaten worden gemonitord en bijgestuurd door de behandelaar
  • Een goede relatie/vertrouwen tussen behandelaar en baasje

Een behandeling bestaat daarnaast uit ‘specifiek werkzame factoren‘ die per type gedragsprobleem en per situatie verschillen. Specifiek werkzame factoren zijn de ingrediënten van een behandeling die verantwoordelijk zijn voor het effect bij een specifiek gedragsprobleem.

Bijvoorbeeld een bepaald gedragsmedicijn dat nodig is om hevige angstsymptomen te verminderen. Deze medicatie werkt alleen bij dat type probleem en werkt daarom specifiek.

Elk behandelplan ziet er dus weer net even anders uit maar om je toch een beeld te geven hebben we de basiselementen voor je op een rijtje gezet.

kattengedragstherapie gedragsmodificatie techniek

Kattengedragstherapie – MEMO (Multimodale omgevingsverrijking)

De leefomgeving bepaalt hoe je kat zich voelt en gedraagt

Memo, oftewel multimodale omgevingsverrijking is voor elke kat belangrijk, ook voor degene zonder problemen. Maar voor katten met problemen is MEMO echt onmisbaar. Gedragsproblemen ontstaan meestal als gevolg van risicokenmerken van zowel de kat zelf als de omgeving. Het gaat hierbij om eigenschappen van je kat of van de omgeving die de kans op het ontstaan van gedragsproblemen verhogen. 

Simpel gezegd is MEMO het aanpassen van de leefomgeving van de kat zodat deze past bij zijn behoeftes. Dit is zo belangrijk omdat de leefomgeving voor een groot gedeelte bepaalt hoe goed de kat zijn natuurlijke gedrag kan vertonen. En welke ervaringen hij dagelijks heeft. De leefomgeving kan de kans op gedragsproblemen verhogen of er juist tegen beschermen.

Als we het hebben over beschermende factoren, dan zijn dit dingen die je kat weerbaar maken tegen risicofactoren. Risicofactoren vergroten de kans dat je kat een probleem ontwikkelt, beschermende factoren verkleinen deze kans.

Een veilige, stimulerende leefomgeving is een hele belangrijke beschermingsfactor.

Iedereen kan zijn huis katvriendelijk(er) inrichten. En als je dat zou willen, vind je in onze webshop allerlei kattenspullen om je huis uitdagender en katvriendelijker te maken. De webshop is erop gericht om problemen bij je kat te voorkomen.

Maar een kattengedragstherapeut kan je helpen om precies in kaart te brengen welke (extra) behoeftes je kat heeft. En waar je het beste de meeste aandacht aan kunt besteden.

Zo help je een heel angstige kat het beste door extra aandacht te besteden aan veilige plekken. Terwijl je een kat met veel opgekropte energie weer meer helpt met extra mogelijkheden om flink actief te zijn. De allerbeste leefomgeving ziet er dus weer voor elke kat anders uit.

Op het moment dat de kat zijn omgeving zo is ingericht dat het nemen van de beste beslissingen vanzelfsprekend is, zal dat wat jij wilt bereiken voor je kat vanzelf gaan. Het optimaliseren van de kat zijn omgeving om betere keuzes te maken heeft een grote impact op zijn handelen.

Aanpassingen aan de omgeving via MEMO kunnen nodig zijn om de kat zijn welzijn te verbeteren.

Maar ook om de kat uit de buurt te houden van de (beelden of geluiden van) de prikkels die het probleemgedrag uitlokken. Of om de kat weg te houden van specifieke plekken waar het probleem zich voordoet.

Ook bij dat laatste stuk kan een goede gedragstherapeut je helpen, dit is niet intuïtief aan te voelen. Dit kan daarentegen wel een wereld van verschil maken voor een kat met een gedragsprobleem. 

Kattengedragstherapie – gedragsmodificatie technieken

Het gedrag van de kat zelf, veranderen we door gedragsmodificatie technieken die zich berusten op leren en belonen. Hiermee kunnen we gedrag dat niet passend of ongewenst is in een bepaalde situatie, bijsturen. Het zijn principes uit de gedragsbiologie

  • Gewenning (habituatie) is de meest eenvoudige vorm van leren waarbij een kat langzaamaan went aan herhaaldelijk terugkerende prikkels (denk aan verkeer of het geluid van de deurbel) waardoor de reactie geleidelijk aan vermindert.
  • Uitdoving (extinctie) — Het afnemen en zelfs uitdoven van gedrag zodra alle bekrachtiging weg is. Oftewel, het gedrag verdwijnt als het niets meer oplevert.
  • Ongevoelig maken (desensitisatie) — wordt vooral gebruikt om katten hun angst te laten overwinnen door ze in kleine stapjes en heel gedoseerd in aanraking te brengen met hetgeen waarvoor ze bang zijn. 
  • Conditioneren  een dier kan een link leggen tussen twee gebeurtenissen. Bijvoorbeeld; als die kast opengaat dan krijg ik een snoepje. 
  • Tegenconditionering (counter conditioning) — bestaat uit het consequent en herhaaldelijk koppelen van een prikkel die een onaangename reactie oproept aan iets dat positief is, totdat er een positieve link gelegd wordt. 
  • Vervangende reactie (response subsitution) — Hierbij wordt een ongewenste reactie vervangen door een wenselijke. 
  • Gedrag vormen (shaping) — werkt door middel van het belonen van elke vorm van gedrag dat lijkt op het uiteindelijk gewenste gedrag. 
  • Overspoelen (flooding) gebruiken we niet Het dier wordt gedwongen om net zolang hetgeen te ondergaan waarvoor hij bang is, totdat de angst uitdooft. Deze techniek is zelden effectief en heeft negatieve gevolgen voor het welzijn van katten. 
  • Straffen (punishment) gebruiken we niet  Er wordt een dier iets afgenomen of ongemak aangedaan elke keer als het dier ongewenst gedrag vertoont. Straffen is zelden effectief en heeft negatieve gevolgen voor het welzijn.

Kattengedragstherapie – gedragsmedicatie is niet altijd nodig of wenselijk 

Het is niet nodig of wenselijk om standaard gedragsmedicatie (psychofarmaca) in te zetten. Bij voorkeur werken we met zo mild mogelijke middelen met de minste kans op bijwerkingen, die wel veilig en bewezen werkzaam zijn. 

Gedragsmedicatie kan zorgen voor de vermindering van symptomen zoals angstgevoelens en stress. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de combinatie met kattengedragstherapie doeltreffender is dan medicatie alleen.

Bij milde en matige gedragsproblemen is begeleiding van een kattengedragstherapeut alleen vaak voldoende.

Het nut van gedragsmedicatie neemt toe met de ernst van het gedragsprobleem. Zeker bij ernstige vormen kan medicatie noodzakelijk zijn. Gedragsmedicatie kan nodig zijn om twee redenen:

  1. Om de kat gevoeliger te maken voor de werking van kattengedragstherapie
  2. Het doen verdwijnen van acute symptomen waar de kat ernstig last van heeft
Gedragsmedicatie werkt enkel bij bepaalde gedragsproblemen

Voor gedragsmedicatie geldt dat niet elk middel werkt tegen elk gedragsprobleem. Zo werkt het veel voorgeschreven middel clomicalm (clomipramine) bijvoorbeeld goed in het geval van verlatingsangst. Maar is het niet altijd het aangewezen middel bij andere vormen van angst.

Het is ook geen middel dat willekeurig ingezet kan worden tegen stress. Helaas gebeurt dit op het moment wel op grote schaal. Psychofarmaca belasten de lever en kunnen vervelende bijwerkingen hebben. We zijn om deze reden erg terughoudend en adviseren dit enkel als het noodzakelijk is.

De dierenarts is degene die het middel uiteindelijk voorschrijft. Vandaar dat er altijd ook contact wordt gelegd met de dierenarts tijdens een gedragsbehandeling. En er wordt eventueel overlegd met de gedragskliniek van de UU over gedragsmedicatie als dit nodig is.

Kattengedragstherapie – natuurlijke middelen ter ondersteuning

Voor natuurlijke gedragshulpmiddelen geldt dat ze enkel helpen ter ondersteuning bij (zeer) milde angst of stress. 

  • Feliway — bevat kunstmatig nagemaakte kattenferomonen. We zetten niet standaard in op Feliway omdat het niet genezend werkt en ook niet werkt bij elk probleem in elke situatie. De juiste variant Feliway kan lichte ondersteuning bieden in specifieke situaties. 
  • Valeriaan wortel — werkt perfect als geurverrijking (net als catnip) en kalmeert een klein beetje. Ook valeriaan werkt niet genezend en maar heel kort (10-15 minuten). Verdampers of spot-on druppeltjes hullen de kat constant in valeriaan (b.v. Pet Remedy, No stress van Beaphar) en hebben daarom ook weinig nut. Voor de werking van voedingsupplementen met valeriaan als hoofdingrediënt (b.v. Gedrag in balans van Organimal, Puur nervo) is geen onderbouwing te vinden in de gedragsliteratuur. 
  • Telizen en Zylkène —  zijn beide natuurlijke supplementen die katten kunnen helpen bij spannende situaties. Telizen werkt op basis van de stof L-Theanine (groene thee). Zylkène werkt op basis van alfa casozepine dat van nature in moedermelk van de kat voorkomt. Deze middelen kalmeren een heel klein beetje waardoor ze alleen helpen bij zeer milde stress of angstklachten. Omdat de gedragsproblemen die wij in onze praktijk zien meestal niet mild zijn, werken deze middelen vaak onvoldoende (en raden we ze eigenlijk ook nooit aan)
  • Bachbloesem (Bach Rescue) Uit talloze onderzoeken is gebleken dat Bachbloesem en homeopathie niet werken. Omdat Bachbloesem en homeopathie bewezen onwerkzaam zijn, werken we hier niet mee en zullen we dit afraden omdat het enkel een grote kostenpost met zich meebrengt.

We geven je meer inzicht in het gedrag van je kat

Een van de belangrijkste dingen bij het oplossen van probleemgedrag, is het begrijpen van het gedrag. Dit is nodig om op een begripvolle en behulpzame manier te reageren op de kat. 

Vaak is het vertrouwen in de kat met een gedragsprobleem beschadigd omdat hij (in de ogen van zijn baasje) onvoorspelbaar reageert. Bij agressie kunnen mensen bang worden voor hun kat. En ook kan er veel frustratie ontstaan omdat niets lijkt te werken. Sommige baasjes straffen hun kat omdat het probleemgedrag erg storend is of er spullen stuk gaan.

Door inzicht te krijgen in het waarom de kat doet wat hij doet, ontstaat er meer begrip. En vanuit dit begrip kan zelfs medelijden met de kat ontstaan omdat vaak blijkt dat de kat het zelf heel moeilijk heeft.

Door het gedrag te begrijpen en bepaalde (stress) signalen goed te leren herkennen, is de kat ineens niet meer zo onvoorspelbaar en zijn gedrag logisch. Dit helpt je om te reageren op je kat die hem en jezelf helpt.

En op deze manier kan de band tussen kat en baasje ook weer worden hersteld.

Wanneer moet je hulp voor je kat inschakelen?

Je kat kan niet met woorden vertellen dat hij niet lekker in zijn vel zit. Maar je kunt als baasje wel opmerken dat hij zich plotseling anders gedraagt dan normaal. 

En elke kat kan een keertje uit zijn doen zijn of eenmalig iets anders doen dan normaal. Vaak heeft dat dan ook een duidelijke reden en gaat dit vanzelf weer binnen enkele dagen over.

Zo kan je kat een keertje naast de kattenbak plassen wanneer je door drukte wat minder tijd had om de bak schoon te maken. Dit is dan een eenmalig ongelukje en gebeurt niet weer zolang je de bak goed schoonhoudt.

En je kat kan even (flink) uit zijn doen zijn als er buiten vuurwerk wordt afgestoken. Als dit vanzelf binnen enkele dagen weer over gaat, is er niks aan de hand. De meeste katten zijn ook prima in staat om binnen enkele dagen te herstellen van een tijdelijke, minder fijne situatie.

Zo’n vervelende gebeurtenis geeft dan even wat stress (=acute stress) geven, maar de kat is weer snel in balans en is snel weer de oude.

Wanneer kan een kat zich niet herstellen?

Helaas komt het soms ook voor dat katten niet goed kunnen herstellen. De kat raakt dan uit balans en gaat zich anders dan normaal gedragen. Dit kan gebeuren door één of meerdere gebeurtenissen die de kat uit balans brengt. Maar de kat kan ook op een bepaalde in elkaar steken waardoor hij kwetsbaar is en sneller uit balans raakt. Gedragsproblemen kunnen worden veroorzaakt door:

  1. Trauma (acute stress) Door een heftige, ongewone gebeurtenis waardoor de kat blijft hangen in negatieve en overweldigende gevoelens. Denk hierbij aan een gebeurtenis waarbij de kat in paniek raakte of de controle volledig kwijt was. Voorbeelden hiervan zijn: verlies van een belangrijk persoon of dier, in levensgevaar zijn.
  2. Langdurige (chronische) stress kan ertoe leiden dat de kat zijn veerkracht vermindert, als een elastiek waar de rek uit is. Wanneer er weinig veerkracht is, kan een stressvolle gebeurtenis gedragsproblemen veroorzaken.
  3. De kat zelf is gevoeliger voor stress Hoe goed een kat kan omgaan met stress, verschilt per kat. 

Hoe goed een kat kan omgaan met een (tijdelijke) vervelende situatie verschilt per kat

Maar niet alle katten kunnen zich even goed herstellen. Hoe goed een kat hiermee kan omgaan is per kat verschillend. Er zijn verschillende dingen die een kat kwetsbaarder maken, waardoor ze sneller uit balans raken:

  • Vroeggescheiden katten katten die vóór 12 weken het nest hebben verlaten zijn stressgevoeliger
  • Katten met een rugzakje hebben een kleiner aanpassingsvermogen 
  • Leefomgeving die niet voldoet aan de behoefte van de kat kan het herstel tegenwerken
  • Als kitten op straat of in een asiel/opvang opgegroeid zijn
  • Afkomstig van een gestreste moederpoes of stressgevoelig ras

Als je kat zich om één of andere reden niet goed herstelt dan kan hij blijven hangen in een negatief gevoel en voor een langere tijd ongewenst gedrag gaan vertonen. Dat is wel problematisch. Het zelf uitzoeken waarvan de kat stress ervaart en waarom het maar niet beter met hem gaat, kan een grote uitdaging zijn. Als je daarin vastloopt, is het raadzaam om een kattengedragstherapeut te raadplegen.

Zoek hulp als je kat:

1. Langere tijd last heeft van negatieve gevoelens zoals angst

Wanneer je kat zich niet goed kan herstellen van een spannende situatie en wekenlang bang of onrustig blijft dan is dit reden om hulp te zoeken. Het kan erg nuttig zijn wanneer je als baasje symptomen van stress kunt herkennen. Wanneer je meerdere stresssignalen herkent, is het verstandig om contact op te nemen.

kattengedragstherapie stresssignalen herkennen
2. Meer dan enkele dagen ongewenst gedrag vertoont dat voor zichzelf of zijn omgeving storend of zelfs schadelijk is
  • Wanneer je kat in huis plast en het niet gaat om een eenmalig ongelukje. Urine brengt schade toe aan je woning. Maar onzindelijkheid geeft ook aan dat je kat echt niet lekker in zijn vel zit. 
  • Wanneer katten ruzie hebben  of zelfs vechten, kan dat zorgen voor veel spanning. Maar een gevecht kan natuurlijk ook voor verwondingen zorgen. Katten die bevriend zijn, zullen zelden ruzie hebben. Als je katten vechten kan dit wijzen op teveel spanning (stress).
  • Als je kat niet meer binnen of thuis durft te komen (b.v. door een pasgeboren kindje, nieuw dier in huis). Wanneer een kat zijn eigen huis gaat vermijden, is dit vaak een signaal dat er binnenshuis een (grote) stressfactor aanwezig is.
  • Agressie richting het baasje of de kinderen
  • Wanneer katten niet meer of juist heel veel eten heeft dat een grote invloed op de kat zijn gezondheid. Ook dit kan een gedragsmatige reden hebben die met kattengedragstherapie te behandelen is.
  • Blijven hangen in zoeken naar voedsel of obsessief bezig zijn met voedsel de kat kan dan last hebben van voedselobsessie/voerfrustratie
  • Overdreven vaak of luid miauwen
  • Aandachtvragend gedrag heeft de kat zichzelf aangeleerd om de aandacht van zijn baasjes te trekken zoals het tikken tegen de tv of planten
  • Sloopgedrag zoals het krabben aan of zelfs afscheuren van behang 
  • Sterk reageren op de afwezigheid van het baasje met onrust of zelfs paniek (verlatingsangst). Verlatingsangst gaat vaak samen met andere gedragsproblemen zoals plassen in huis. 
3. Zijn gedrag niet past bij zijn leeftijd en ontwikkeling

Om te weten of er echt een psychisch probleem is, is de leeftijd en de ontwikkeling van je kat ook belangrijk. Gedrag dat bij de normale ontwikkeling van kittens past, wordt problematisch als een kat ouder is.

Zo is het normaal dat een kitten sabbelt aan de tepel van de moederpoes om te drinken. Maar sabbelen van een ouder kitten of volwassen kat op een dekentje, kleding of op een lichaamsdeel van zijn baasje (Pica) is niet normaal.

Waar speelvechten of stoeien onderdeel is van normaal kittengedrag, wijst ditzelfde bij volwassen katten op een sociaal probleem of op teveel spanning dat wordt afgereageerd op de andere kat.

4. Herhalend, dwangmatig (stereotype) doelloos gedrag vertoont

Stereotype gedrag is een zichzelf steeds herhalende, dwangmatige beweging die geen functie of doel heeft. Het gaat de kat om de herhaling van de bewegingen zelf omdat hierdoor gelukstofjes in de hersenen vrijkomen. 

Ze raken hierdoor in een soort roes en dit zorgt ervoor dat je kat zich tijdelijk even wat beter voelt. Meestal ontstaan deze gewoontes door stress, frustratie of het gebrek aan de mogelijkheid om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. Stereotiep gedrag is een (niet effectieve) manier om daarmee om te gaan.

Dwangmatig gedrag wordt altijd vertoond buiten hun natuurlijke context en/of zijn buitensporig (overdreven of overmatig). Ze zijn vaak ook gericht op ongewone en levensloze voorwerpen.

Stereotypisch gedrag bij de kat bestaat uit:

  • Het sabbelen op, knagen of likken aan, of eten van oneetbare voorwerpen (Pica) zoals wol, karton, plastic, textiel of lichaamsdelen van mensen of soortgenoten
  • Seksueel gedrag van gecastreerde dieren op levenloze voorwerpen zoals dekentjes of knuffels
  • Overmatig wassen (psychogene alopecia) van de vacht door stress waardoor ook kaalheid kan ontstaan
  • Staartjagen oftewel het dwangmatig achterna jagen van de staart (soms i.c.m. Feline hyperesthesie syndroom FHS)
  • Ijsberen waarbij de kat telkens heen- en weer loopt of telkens hetzelfde rondje loopt
  • Overmatig kneden/trappelen Trappelen of kneden is overgebleven kittengedrag en doet een kat om zichzelf wat meer ontspannen te voelen. Het geeft dus aan dat de kat op dat moment niet helemaal ontspannen is. Het is niet erg als je kat dit soms doet. Maar wanneer je kat dit opvallend vaak doet (dagelijks of vaker) dan wijst dit erop dat je kat niet lekker in zijn vel zit.

Een behandeling duurt ongeveer 3 maanden

Gedrag veranderen kost tijd en het proces moet geleidelijk verlopen om te werken. Er worden verbindingen aangelegd of veranderd in de hersenen. Dat is uiteindelijk hetgeen wat zorgt voor een verandering in het gedrag van de kat.

Kosten kattengedragstherapie

Wanneer je kat behandeld wordt met kattengedragstherapie dan hangt daar een kostenplaatje aan vast. Maar dit kostenplaatje staat wel in verhouding met de effectiviteit van onze behandelingen.

Het intakegesprek is altijd gratis vanaf het moment dat er een gedragsobservatie is ingepland en deze ook is betaald.

We zullen echter altijd eerst kijken of het niet mogelijk is om je op weg te helpen met wat gangbare tips. Het is dus niet zo dat als je telefonisch contact opneemt, er altijd een gedragsobservatie en gedragstherapie wordt aangeraden.

Dat is enkel het geval als:

  1. De mogelijke oorzaak echt niet te achterhalen is
  2. De kat niet (voldoende) reageert op gangbare tips.

Wanneer we je wel op weg kunnen helpen met telefonische tips, betaal je dus enkel voor het telefonische consult (15 euro per kwartier).

Lekker in je Vacht werkt niet met vaste prijzen maar met een uurtarief voor een gedragstraject. Simpele gedragsproblemen zijn namelijk makkelijker op te lossen dan complexe, waardoor we een uurtarief eerlijker vinden.

Als indicatie moet je denken aan ongeveer 350 – 500 euro voor een gedragstraject van 3 maanden. Dat is inclusief:

  • Analyse van een uitgebreide vragenlijst
  • Gedragsobservatie van 2 uur aan huis
  • Een geschreven behandelplan
  • Begeleiding na ontvangst van het behandelplan

Heb je iets te vragen of hulp nodig met je kat?
Voor vragen of onzekerheden over je eigen kat(ten), kun je altijd contact opnemen met gedragsbioloog en kattengedragstherapeut MSc. Denise van Lent. Je kan een telefonisch consult zelf inplannen in onze agenda op een datum en tijd die het beste voor je uitkomt. We stellen je graag gerust als er niet zoveel aan de hand is. En is er wel wat aan de hand, dan bespreken we welke aanpak het beste werkt in jouw specifieke situatie. Een behandeltraject met kattengedragstherapie is niet direct in te plannen zonder eerst telefonisch contact gehad te hebben. Hiervoor is altijd eerst een (gratis) intakegesprek nodig.

Bronnen:

Het is niet toegestaan om zonder toestemming (delen van) deze tekst over te nemen